Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag

Gek op de zorg!

Je moet wel gek zijn om in de zorg te willen werken. Het is hard werken. Je moet voortdurend extra werken, omdat er tekorten zijn. Je staat er alleen voor, je rent de benen uit je lijf en aan het einde van de maand is je salaris een schijntje vergeleken bij wat andere bedrijfstakken verdienen. De ORT (onregelmatigheidstoeslag) is niets meer vergeleken bij vroeger. Leuk die 4% salarisverhoging, maar het is maar minimaal. Minister Hugo de Jonge moet maar eens een dagje meewerken, maar eens ervaren hoe het er echt aan toegaat. Dan….

…ja wat dan?

Ik ben het gemopper een beetje zat. Ik lees het op Facebook op een forum, als reactie op positieve berichten uit Den Haag, over extra geld, een salarisverhoging. Iedereen heeft commentaar, niemand zegt: ‘dank u wel!’

Ik weet niet of het voldoende is, ik denk dat de tekorten in de zorg ook echt een probleem zijn en ook serieus aangepakt moeten worden. Dat los je niet alleen op met salarisverhoging. Ja, het is hard werken en ook zwaar en je hebt niet altijd voldoende tijd om de zorg te geven die je eigenlijk wel zou willen geven. Maar maken we het werken in de zorg zelf niet onaantrekkelijk door zo te mopperen en te klagen? Je zal wel gek zijn om nog voor de zorg te kiezen, als je al die frustraties leest.

Mijn vak is een mooi vak. Ik mag met mijn hart en mijn handen zorgen voor mensen die heel kwetsbaar zijn. Ik mag met mijn verstand nadenken over hoe we processen beter kunnen laten verlopen, ik mag nadenken over kwaliteit van zorg. Ik mag rust geven aan verwarde bewoners, ik mag de structuur geven als ze dat zelf niet meer kunnen. Ik mag nabijheid bieden door mijn hand op de hand van de ander te leggen, een aai over de wang: ‘Je hoeft niet bang te zijn, ik ben er!’ Ik mag dat laatste stukje zorg bieden als het sterven heel dichtbij komt.

20181010_122324

Mijn vak is mooi en ik ben er trots op dat ik werk in de zorg!

Ik weet niet of mijn salaris en dat van al die collega’s van mij in verhouding staat met wat we daadwerkelijk doen. Ik vermoed van niet, maar ik heb me in al die jaren dat ik werkzaam ben in de zorg er nooit mee bezig gehouden of dat niet wat meer moet zijn. Ik denk misschien wel te vaak: ‘Lekker belangrijk.’ Misschien ben ik wel te makkelijk daarin en zou ik meer van die vechtlust moeten bezitten. De barricades op!!!

Ik ben het gemopper zat en stiekem denk ik wel eens: ‘Ga dan lekker wat anders doen als het alleen maar kommer en kwel is.’

Dat is niet eerlijk van me. Ook tussen de regels van het geklaag en gemopper en de verwijten in, lees ik de woorden van mensen die hart hebben voor de zorg. Die niets liever willen dan tijd en ruimte en aandacht geven aan hun bewoners en cliënten. Die hard rennen en extra diensten draaien om de zorg maar door te laten gaan. Daar wil je ook waardering voor. Soms in salaris, maar misschien wel meer door meer hulp op de afdeling en soms is het gewoon fijn en belangrijk om te horen dat je werk wordt gewaardeerd.

20181010_121737

Gisteravond zat ik aan tafel en was met een medebewoonster aan het boontjes doppen. Ze vertelde dat ze morgen naar huis ging. Ik vroeg door en ze vertelde me over thuis, flarden uit het verleden. Ze dopte niet zo snel, het ging in haar eigen tempo. ‘Het is wel een werkje’ zei ze ‘maar als we het samen doen is het wel heel gezellig.’Gezellig was het zeker. Als ik het alleen had gedaan was het echt sneller gegaan, maar ik nam de tijd. Dat is een beetje ‘mijn barricade’ opgaan. Laat je niet gek maken, wees creatief, neem ook gewoon eens de tijd!

Terwijl ze na afloop haar handen waste zei ze: ‘Ja, ik ga dan wel morgen naar huis, maar ik zal het hier ontzettend missen, ik heb het hier altijd zo goed gehad.’ Dat zijn de momenten, summier en klein, maar al die momenten bij elkaar maken het werk waardevol.

Vliegen, draven, zuchten, tot tien tellen, Zo gaat het vaak in de zorg, ik weet het. Maar kom op…zullen we nog wel trots blijven en zijn op ons vak?

(Geschreven: 10 oktober 2018)

Koperpoets en bijenwas

‘Nu denk ik aan mijn moeder’ zei ze en ze lachte. We hadden oude gebruiksvoorwerpen op tafel liggen, ik poetste koper en de buffetkast was ingewreven met bijenwas. De bewoners op mijn groep genoten er zichtbaar van. De functie van diverse voorwerpen werd me fijntjes uitgelegd. Het petroleumstel, de oude naaimachine, de stoof en de koffiemolen. Het toverde een glimlach op de gezichten.

De bijenwas deed denken aan vroeger en de sterke geur van de koperpoets haalde herinneringen naar boven. ‘Nu denk ik aan mijn moeder, die deed dat ook. Dan moest ik helpen in de winkel. Want kijk, mijn vader had een manufacturenwinkel….’ Zo kwamen verhalen tot leven, flarden verleden door geur naar boven gehaald.

Dat doen geuren. Als ik boenwas ruik, ben ik ook terug in het grote huis waar ik ben opgegroeid. Als de tafels en kasten waren ingewreven, een doekje met bruine vlekken in een rood mandje. Ik ben op Ameland als ik rozenbottels ruik. Die groeiden volop langs de weg waar ons vakantiehuisje stond. Het weggetje waar ik leerde fietsen. Zeelucht, lavendelgeur, de geur van gemaaid gras, het roept beelden op. Een foto in mijn hoofd, een mooie gedachte en soms ook iets waar ik liever niet aan herinnerd word.

Geuren roepen beelden op en beelden vormen verhalen. In de zorg verspreiden we ook wel eens zo’n geurtje rond. Alsof het enkel werkdruk is, onnodig schrijfwerk, protocollen en lijstjes. Alsof we niet toekomen aan waar het in de zorg eigenlijk om draait. Dat stukje aandacht en zorg. Hard werken is het zeker en soms is het hectisch en wordt er veel van je gevraagd. Soms moet je ook het een en ander loslaten en het gewoon even anders doen.

Dus pakten wij vandaag de poetsspullen. ‘Dat heb ik jou nou nog nooit zien doen’ zei een bewoonster iets te bijdehand. Alsof ze doorhad dat ik gele rubberen handschoenen niet wekelijks draag en poetsen zeker niet mijn hobby is. Ze keek keurend hoe ik de boenwas over de kast wreef. Ik kreeg geen commentaar. We hadden een gezellig uurtje onder het genot van een kop koffie. Het geurtje op onze afdeling, was een geur vol nostalgie.

20180323_203728

‘Nu denk ik aan mijn moeder’ ze zei het zo spontaan en blij. Dat geurtje van de zorg, die mooie momenten van aandacht en contact, is de geur die zoveel fijner ruikt dan al die geuren van gemopper en geklaag. De geur van een glimlach die ineens verschijnt, van rust en oogcontact is een geur dat ik prettig vind om op te snuiven.

Koperpoets en bijenwas. Onze afdeling rook er helemaal naar.

Mooi moment vandaag!

(Geschreven: 23 maart 2018. In vind dit zo leuk om te doen!)