‘Ik zorg voor jou’
Aan het begin van je leven, als je net geboren bent. Mijn handen die je pakken en je aan de borst leggen van je moeder. Ik baad je, ik wieg je als je huilt. Ik zwaai je uit als je in je maxi cosi bij je moeder op schoot het ziekenhuis verlaat. Trotse papa bij je.
Ik zorg voor je als je na een ongeval gewond op straat ligt of hulp nodig hebt na een hartaanval. Ik zorg voor je als je aan het infuus moet. Als je de injectie krijgt waar je zo tegenop ziet, de kuur waar je zo beroerd van wordt. Als jij je niet redden kan, was ik jou. Ik ondersteun je waar ik kan, ik praat met je. Wat hebben we samen soms mooie gesprekken.

Ik zorg voor je, als je boos bent en bang. Als de wereld zo donker lijkt en de pijn van het verleden nog steeds het heden bepaalt. Dan mag je hier zijn, hier mogen stiltes vallen, mag je even tot jezelf komen. Hier zorg ik voor jou, als het thuis niet langer gaat.
Ik zorg voor je. Als je ouder bent, als de hulp meer wordt. Ik kleed je aan, ik kam je haren in model. Ik zit naast je als je ’s nachts de slaap niet vatten kan en maak een beker melk voor je warm. Als je geheugen flarden worden, als maskers afvallen en zelfs je eigen ik verdwaalt, dan pak ik je hand. En als je stervende bent, ben ik dichtbij. Ik zorg voor jou en je naasten.
Ik zorg voor je. Zoveel mensen die dat door hun vak mogen zeggen en denken. Werken in de zorg, is zorgen voor de ander. In soms hele kwetsbare situaties, op het randje van het leven en de dood. In alle drukte van het werk en negativiteit (het is niet alleen Poep en zo.) die er soms overheen hangt, is het wel een mooi beroep. Het is zorg verlenen en niet afgeremd worden door wie iemand is als persoon. Ras, religie, beroep of geaardheid, dat maakt niet uit. In de zorg is er altijd iemand die voor je klaar staat en laat zien en merken: ‘ik zorg voor jou!’
(Geschreven: 12 mei 2017)