Haar naam in de krant

Het is gezellig in de zaal beneden. Ik loop voorbij, op weg naar de plek waar ik aan het werk ben. Er zitten een aantal bewoners beneden en sommigen hebben bezoek. De radio staat aan, er wordt gepraat met elkaar. Ik kijk de zaal eens rond en glimlach naar de bewoonster die me enthousiast begroet.

Gezellig, totdat mijn blik getrokken wordt naar een tafel bij het raam. Daar zit een bewoner en hij staart naar de krant. Ik sta even stil, ook in mijn gedachten. ‘Zijn vrouw is toch net overleden?’ gaat er door me heen. Ik loop op hem af en condoleer hem. Hij kijkt me verdrietig aan en dan zie ik dat hij de krant opengeslagen heeft bij de rouwadvertenties.

Hij zit alleen aan een tafel. Ik ga naast hem zitten en parkeer mijn eigen bezigheden. Ik hoef niet zoveel te zeggen. Hij wijst me de advertentie aan waar de namen van zijn vrouw voluit afgedrukt staan. Ik lees haar namen hardop voor en ik zie de tranen glinsteren in zijn ogen. ‘Hoe lang waren jullie getrouwd?’ vraag ik en dan vertelt hij.

Hij vertelt me waar ze elkaar ontmoet hebben. ‘Tijdens het dansen’ zegt hij. Hij glimlacht even, het is een mooie herinnering. Dan staart hij weer naar de advertentie en leest hij de namen van zijn kinderen en kleinkinderen hardop voor. In zijn stem voel je de liefde en het verdriet, omdat zijn vrouw daar niet meer bij betrokken is.

Ze zijn zoveel jaren samen geweest. Kortgeleden zijn ze hier komen wonen. Een hele verandering, maar ze waren in ieder geval bij elkaar, hier in het verpleeghuis. Nu is ze overleden. Het is moeilijk te bevatten voor hem. De laatste regels van de advertentie beschrijven wanneer de crematie is. We kijken er samen naar. ‘Overmorgen toch?’ vraagt hij. Ik knik zwijgzaam en dan rollen de tranen volop over zijn wangen.

‘Het spijt me dat ik zo moet huilen’ zegt hij ‘ik ben zo verdrietig.’ Hij veegt met zijn zakdoek de tranen weg, die maar blijven stromen . Samen zijn we stil en staren we naar de advertentie. Hij streelt de tekst met zijn vingers.

De gezelligheid, het geroezemoes en de muziek gaat aan ons voorbij. Totdat een collega op ons afkomt. Er is koffie voor de bewoners en aan hem wordt gevraagd of hij erbij komt zitten. Dat wil hij wel. De krant wordt zorgvuldig opgevouwen en belandt in de mand van de rollator.

Straks wordt de krant vast weer opengeslagen, als hij alleen op zijn kamer is. Zoekt hij haar advertentie op, met haar namen voluit afgedrukt. Zo dichtbij onder zijn vingers en nog dichterbij in zijn herinneringen en in zijn hart.

Haar naam in de krant, maar voor hem zoveel meer.

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag