Beste André

Beste Andre,

Hoogst ongebruikelijk dat ik een blog naar iemand persoonlijk schrijf. Mijn collega opperde het en ik vond het wel een leuk idee. We hadden namelijk een stagiaire die totaal niet wist wie jij was. Daar waren wij als doorgewinterde Andre Rieu luisteraars uiteraard erg verbaasd over. Wie kent Andre Rieu nou niet?

Niet dat we ooit naar een optreden van jou zijn geweest en ik denk dat ik dat ook niet snel zal gaan doen. Dat is niet lelijk bedoeld. Volgens mij ben je een erg vriendelijke man. Het is alleen zo dat ik iets te vaak naar je muziek luister. Alle liederen van Strauss herken ik uit duizenden en dat allemaal door jouw muziek. Toen deze week het carillon van het gemeentehuis ook een ‘Straussje’ ten gehore bracht, gingen mijn haren rechtovereind staan. Ik had namelijk een vrije dag en muziek van Andre Rieu past daar niet in.

kopje (2)

Andre, op veel momenten ben ik wel heel blij met je. De bewoners van onze afdeling (afdeling voor bewoners met dementie) zijn dol op je optredens. Ze genieten van je vioolspel, van het orkest en de mooie jurken die de dames dragen. Ze zijn elke keer weer verbaasd over de hoeveelheid mensen die er te zien zijn op het Vrijthof en ze manen de anderen tot stilte als ze teveel geluid maken.

De dvd’s van Andre Rieu worden grijs gedraaid hier! We proberen ook wel andere dvd’s, maar niets haalt het bij jouw zwierige en uitgelaten concerten. Het is een feest op zich en onze bewoners genieten daarvan mee. Hoewel ik buiten mijn werk om geen ‘Andre Rieu’ kan horen, ben ik blij met je muziek. In plaats van te mopperen, zou een ‘dank je wel’ dus wel op zijn plaats zijn.

Jouw muziek brengt heel vaak rust in de groep van bewoners, daar waar het soms ook heel onrustig kan zijn. Dat momentje van rust, van met elkaar kijken en luisteren achter een kopje thee of koffie, dat zijn genietmomentjes. Ook voor ons als zorgverleners.

Ik vroeg het me af of je dat weet?

Ik zie op tv de pleinen vol staan met mensen die naar jou luisteren. Fans. Weet je wel dat er een grote groep mensen is die ook fan van je zijn? Ze kopen geen kaartje voor een optreden, ze staan niet op dat plein. Als je op de groep een kop koffie zou komen drinken (altijd welkom), herkennen ze je waarschijnlijk niet.

En toch…

Ik denk, ik weet wel zeker, dat jouw grootste fans onze bewoners zijn!

(Deze brief schreef ik 25 januari 2019 aan André Rieu. Onze bewoners zijn echt fan van zijn muziek).

Koperpoets en bijenwas

‘Nu denk ik aan mijn moeder’ zei ze en ze lachte. We hadden oude gebruiksvoorwerpen op tafel liggen, ik poetste koper en de buffetkast was ingewreven met bijenwas. De bewoners op mijn groep genoten er zichtbaar van. De functie van diverse voorwerpen werd me fijntjes uitgelegd. Het petroleumstel, de oude naaimachine, de stoof en de koffiemolen. Het toverde een glimlach op de gezichten.

De bijenwas deed denken aan vroeger en de sterke geur van de koperpoets haalde herinneringen naar boven. ‘Nu denk ik aan mijn moeder, die deed dat ook. Dan moest ik helpen in de winkel. Want kijk, mijn vader had een manufacturenwinkel….’ Zo kwamen verhalen tot leven, flarden verleden door geur naar boven gehaald.

Dat doen geuren. Als ik boenwas ruik, ben ik ook terug in het grote huis waar ik ben opgegroeid. Als de tafels en kasten waren ingewreven, een doekje met bruine vlekken in een rood mandje. Ik ben op Ameland als ik rozenbottels ruik. Die groeiden volop langs de weg waar ons vakantiehuisje stond. Het weggetje waar ik leerde fietsen. Zeelucht, lavendelgeur, de geur van gemaaid gras, het roept beelden op. Een foto in mijn hoofd, een mooie gedachte en soms ook iets waar ik liever niet aan herinnerd word.

Geuren roepen beelden op en beelden vormen verhalen. In de zorg verspreiden we ook wel eens zo’n geurtje rond. Alsof het enkel werkdruk is, onnodig schrijfwerk, protocollen en lijstjes. Alsof we niet toekomen aan waar het in de zorg eigenlijk om draait. Dat stukje aandacht en zorg. Hard werken is het zeker en soms is het hectisch en wordt er veel van je gevraagd. Soms moet je ook het een en ander loslaten en het gewoon even anders doen.

Dus pakten wij vandaag de poetsspullen. ‘Dat heb ik jou nou nog nooit zien doen’ zei een bewoonster iets te bijdehand. Alsof ze doorhad dat ik gele rubberen handschoenen niet wekelijks draag en poetsen zeker niet mijn hobby is. Ze keek keurend hoe ik de boenwas over de kast wreef. Ik kreeg geen commentaar. We hadden een gezellig uurtje onder het genot van een kop koffie. Het geurtje op onze afdeling, was een geur vol nostalgie.

20180323_203728

‘Nu denk ik aan mijn moeder’ ze zei het zo spontaan en blij. Dat geurtje van de zorg, die mooie momenten van aandacht en contact, is de geur die zoveel fijner ruikt dan al die geuren van gemopper en geklaag. De geur van een glimlach die ineens verschijnt, van rust en oogcontact is een geur dat ik prettig vind om op te snuiven.

Koperpoets en bijenwas. Onze afdeling rook er helemaal naar.

Mooi moment vandaag!

(Geschreven: 23 maart 2018. In vind dit zo leuk om te doen!)

Verdwaald

Aan de arm van een buurtbewoner kwam ze onze zorginstelling binnen. Mevrouw was wat verward en ze wilde de drukke weg oversteken. Omdat buurtbewoner het niet vertrouwde nam ze haar mee naar ons. Mevrouw woonde hier echter niet. We hebben haar een kop koffie gegeven. Terwijl een collega probeerde iets meer van mevrouw te weten te komen, belde ik de politie.

Mevrouw was heel vriendelijk en ze vond het maar wat fijn dat ze nu lekker warm bij ons zat. Na een tijdje kwamen er twee agenten binnen. Waar wij al pratend iets meer over mevrouw wisten, haalde meneer agent met een druk op de knop haar adres naar boven. ‘Tja mevrouw’ zei de andere agent ‘u moet natuurlijk wel altijd uw identiteitsbewijs bij u hebben!’ Vol verbazing keek ik deze agent aan. Het was toch overduidelijk dat deze mevrouw daar niet aan had gedacht toen ze op stap was gegaan. Het was al dieptriest dat mevrouw zo verward en gehuld in haar verleden, zo’n eind had gelopen. Zoekende de weg, verdwaald geraakt. Natuurlijk had deze agent wel gelijk, maar het was zo misplaatst in deze situatie.

img_0389

Zo gaan wij als mensen ook vaak met elkaar om. Onbewust. Zoveel mensen zijn verdwaald in hun gevoelens, hun zorgen en verdriet. Verdwaald in relaties, in geloof en vertrouwen en in hoop op een betere toekomst. Dan wijzen we de weg met de geijkte teksten en bieden we troost door vooral het positieve aan te raken. ‘Tel je zegeningen…’ wordt vaak gezegd, terwijl je al tellende juist de grenzen had bereikt.

Als jij verward bent en gevangen zit in je verdriet en angst, is de hand op je schouder een steun in de rug. Is het fijn als er iemand is die je aanspreekt en je vraagt of je hulp nodig hebt. Is het soms alleen maar nodig dat er koffie wordt gezet en je de warmte mag voelen van aandacht en een luisterend oor. In een gebroken wereld ligt er geregeld wat aan scherven.  Daar mag je als medemens voorzichtig mee omgaan. Gevouwen handen omsluiten de pijn, opgeheven vingers benadrukken de scherpe randen.

Deze mevrouw mocht met de agenten mee. Zij brachten haar weer thuis. Ze keek eerst wel angstig. Hoezo meegaan met twee agenten? Ik liep met haar mee tot aan de auto. Zo aan mijn arm durfde ze wel.

Je hoeft als medemens soms alleen maar iemand aan de arm mee te nemen. Gewoon even naast iemand zitten en staan. Luisteren zonder oordeel. Een klein beetje warmte in een web vol verwarring.

Naast wie sta jij vandaag?

(Geschreven: 16 november 2016 nadat een mevrouw verdwaald was en het verpleeghuis binnenwandelde.)

Dwaalbos

Ze stonden beiden klaar bij de deur, de jas aan, van plan om te gaan wandelen. De zon scheen immers. Het grote probleem was alleen de gesloten deur. Bewoners van mijn groep, kunnen niet zelfstandig van de afdeling af. Dat is frustrerend, zelfs een heel groot balkon helpt niet altijd om ze af te leiden. Nou ja, vaak wel. Tijdschriften, een kop thee en zelfs aardappelen schillen doet wonderen.

‘Zou jij toch ook niet leuk vinden’ zei de ene tegen mij, terwijl ze haar jas maar uitdeed. Nee zou ik ook niet leuk vinden.  Ik legde haar uit dat ze anders misschien de weg zou kwijt raken. ‘Ik verdwaal echt niet…..’ Daar kauwde ik over na.

IMG_5764 (2)

Wat zou het mooi zijn als instellingen standaard een grote tuin hebben, waar je gewoon kan wandelen. Waar je ongestoord kan genieten van geuren en kleuren, waar je kan wroeten in de aarde als je daar zin in hebt. Een dwaalbos, waar je al dwalend niet kan verdwalen en toch buiten bent. Wie wil dat niet?

Ik wel. Als ik voel dat ik klem zit tussen afspraken en verplichtingen, als ik zoveel meer wil en dat niet lukt. Gewoon even ronddwalen. Mijn mijmeringen aan de bomen toevertrouwen en zeker weten dat het bij hen wél veilig is. Zo opgaan in de kleuren dat ik tijd vergeet, de vragen en de onrust even kan achterlaten. Op adem komen. Zonder afspraak, op ieder moment. Dwalen zonder te verdwalen, want dat kan in het dwaalbos dat ik voor ogen heb.

Dus niet alleen dat Houten huisje aan zee, nu ook nog een dwaalbos. Misschien toch tijd om mijn dromen in de kast te leggen. Misschien schiet ik teveel door. Dus maar weer terug naar de realiteit. Realiteit van alledaagse dingen, waar je op je eigen manier je plekje hebt. Een plekje in het hier en nu.

‘Zou jij toch ook niet leuk vinden?’ ze keek me ietwat verwijtend aan. Ik keek haar aan en kon alleen maar toegeven dat ze gelijk had. Ik kan overal dwalen, als ik mezelf de rust maar zou gunnen. Zo’n dwaalbos heb ik daarvoor niet nodig. Mijn bewoners, onze bewoners, gun ik het echter zoveel meer!

(Geschreven: 23 mei 2016. Inmiddels zijn de deuren niet meer dicht van de afdelingen en hebben bewoners geen dwaalbos, maar wel meer bewegingsvrijheid)

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag